Tradities & Gewoonten

Hylper pykslide (De Hindelooper prikslee)

De Hindelooper prikslee is een zitslee met een zitvlak dat vanaf de rugkant enigszins naar beneden afbuigt. Een opvallend kenmerk is het hakkebord dat als rugsteun dient. Op de achterzijde van dit onderdeel is een uitgesneden en beschilderde afbeelding gemaakt, meestal met een Bijbelse voorstelling. De binnenzijde is beschilderd. De zijkanten van de slee zijn gedecoreerd met vrijwel altijd de kleur rood, soms met snijwerk aan de bovenkant. Het snijwerk loopt aan de voorkant uit op een vogelmotief. Bij antieke sleden zien wij variaties in de bewerking van het zitvlak. Dat is geverfd, gedecoreerd of gemarmerd. De zitsteun is gesneden en/of gemarmerd. Bij diverse sleden is enkele centimeters van de voorkant een gat aangebracht in de vorm van een hart. Zodra de slede niet als vervoermiddel gebruikt werd, konden daarin de ijzeren punten van de prikstokken gestoken worden, dit om te voorkomen dat de stokken van de slee afglijden. De prikstokken zijn gemarmerd en een enkele keer ook wel gedecoreerd. De steunen aan de onderkant van de slee zijn rood geverfd. Verder is de gehele onderkant geverfd in donkere tinten met daarop aangebracht afbeeldingen van zon, maan en sterren. Dat was geen overbodig werk want de Hindelooper prikslee werd eertijds (en nu nog wel) aan het plafond gehangen.

photo_prikslee_580x350

Twee vrouwen in Hindelooper klederdracht, waarvan één op een prikslede (tekening van Hendrik Lap)

It hardpykjen: een oude traditie

Het Hindelooper priksleeën (hardpykje) is uniek, al is het alleen maar om het feit dat het een traditie betreft die meer dan honderd vijftig jaar oud is. Het is bovendien uniek omdat tot nu toe bij deze traditie de tijd stil is blijven staan. Als evenement werd (en wordt) het gehouden bij speciale gelegenheden, meestal ijsfeesten. Vooral bij lange en strenge winters was er volop gelegenheid ijsfeesten te organiseren. Het priksleeën ontbrak daarbij gewoonlijk niet, maar tegenwoordig is er ‘concurrentie’ van wedstrijden van paard en arrenslee, het beljeien. Het Hindelooper priksleeën en paard en arrenslee-wedstrijden zijn populair bij een breed publiek, maar door het gebrek aan strenge winters komen deelnemers in deze traditionele sporten maar zelden in actie. De Hindelooper ijsclub zet wel regelmatig het pykjen voor Hindelooper ingezetenen op het programma. Traditioneel kostuum is dan niet verplicht en er wordt een andere type prikslee gebruikt. De deelnemers dragen bij het Hylper hardpykjen de traditionele dracht. De eerste vermelding betreft een wedstrijd voor ‘ongehuwde meisjes’ die in 1838 mochten uitkomen in het kader van een groot ijsfeest op de bevroren Zuiderzee, dat een aantal dagen duurde. Pas aan het einde van de negentiende eeuw werd het hardpykjen weer van stal gehaald. Het waren evenwel clubs buiten de stad die de Hindeloopers uitnodigden voor een demonstratiewedstrijd. Zo kwamen de Hindeloopers te Bolsward (1893) en Leeuwarden (1895) in actie. Vooral de laatstgenoemde wedstrijd was van belang omdat die de Hindelooper ijsclub deed besluiten ook een dergelijk evenement op te zetten. Twee jaar later kon dat evenement worden gehouden. De prijzen logen er toentertijd overigens niet om. De winnares won een geschilderde prikslee en de verliezende finaliste kreeg een ‘echte Hindelooper boezelaar’. Daarna volgden in de volgende eeuw nog enkele wedstrijden, uiteraard ook in de beruchte winters van 1917, 1929 en 1963. Tot nu werd dertienmaal het hardpykjen gehouden, voor het laatst in 1997.